Een paar week geleden ben ik halverwege een Boeddhistisch weekend naar huis gegaan. De lerares was niet wat ik nodig had. Ze blafte leerlingen af en was heel onrustig. Ik had teveel aan mijn hoofd om geduld te gaan oefenen, dus ik ben naar huis gegaan en heb van mijn weekend genoten. Ik ben aan het leren voor mezelf te zorgen.
Afgelopen weekend werd mijn eigen leraar boos op zijn vertaler, zonder diens antwoord af te wachten. Hij heeft jeuk en terugkerende medische problemen. Ik bleef. Alle mensen in het publiek wachtten geduldig tot hij zijn kalmte terug had en door ging met lesgeven. Dat deed hij en hij heeft uitgebreid zijn verontschuldigingen aangeboden.
Waarom bleef ik in het ene geval terwijl ik in het andere weg liep? De relatie met de leraar. Het is niet dat de een een slechte lerares was en de ander een goede leraar. De ene is goed voor mij, de ander niet. Om de een of andere reden raakt juist de menselijkheid van mijn leraar me.
In Boeddhistische kringen wordt veel over spirituele macht gepraat, tegenwoordig. Daar zijn goede redenen voor. Toch is er ook deze andere kant. Een recent interview met Roshi Pat Enkyo O’Hara raakte me. Ze praatte over relatie met Maezumi Roshi (vrije vertaling):
Hij had alcohol problemen. Hij had een seksuele verslaving.
(…)
Hij was zo nederig en gewoon, en in staat om direct intiem met je te zijn. Maar hij had zijn problemen. Ik heb daar nooit iets van mee gekregen, interessant genoeg. Hij dronk thuis, niet op het dharma centrum als ik daar was en hij had, voor zover ik kon zien, geen doorlopende relaties met mensen in het centrum. Ik was daar niet om hem in de gaten te houden, ik was daar voor mijn beoefening. Voor mij, binnen die kwaliteit van, ‘ja, er is een wond, ik ben kwetsbaar,’ is het hart van menselijkheid.
Op een vergelijkbare manier beschrijft Pema Chödrön haar relatie met Chögyam Trungpa in Dakini Power. Chögyam Trungpa was een echte 60s guru die met zijn leerlinges naar bed ging, alcohol en drugs gebruikte en desondanks een gerespecteerde leraar was. Tijdens de meditatie-instructies wilde hij Pema nog weleens aanraken. Zij duwde hem met haar naaldhakken weg! Ze gaf niet aan hem toe, maar ging er ook niet vandoor. Ze gaf gewoon duidelijk haar grenzen aan en oefende in meditatie. Ze behandelde zijn aandacht als een afleiding binnen die meditatie. (*)
Achteraf spijt het haar dat ze vrouwelijke mede-studenten niet voor hem gewaarschuwd heeft, want niet iedereen heeft die kracht. Dat is een belangrijk inzicht, maar de andere kant is dat ze wel veel van hem geleerd heeft. Net als Roshi Pat heeft Pema Chödrön een groot vermogen om de kwetsbaarheid van het menselijk bestaan te omarmen.
In alle drie de gevallen is mijn punt niet dat je MOET blijven, of MOET weg gaan, of anderen MOET waarschuwen. Het gaat er om dat je doet wat juist is voor jou (en de mensen met wie je contact hebt). Als er iets is wat je naar een bepaalde leraar trekt, blijf erbij. Maar dat betekent niet dat je je eigen oordelingsvermogen op geeft. Je kunt gewoon je grenzen blijven stellen en bij je emotionele waarheid blijven. Dat is mindfulness gecombineerd met wijsheid.
(*) Een belangrijk onderscheid is hier dat Chögyam Trungpa Pema Chödrön niet aanrandde of verkrachtte. Dat is altijd onacceptabel, zeker binnen de leraar-leerling relatie. Als algemene richtlijn is elk seksueel contact binnen die relatie ongezond. Over het algemeen hoort de leraar die grenzen in de gaten te houden. Het is interessant te zien hoe goed het Pema Chödrön lukte om zelf de grenzen te handhaven.