Op 8 mei herdenken theosofen over de hele wereld, bij welke organisatie ze ook horen, het overlijden van H.P. Blavatsky op 8 mei 1891. We noemen deze dag ‘Witte Lotusdag‘. Traditioneel worden citaten uit drie teksten voorgelezen: de Bhagavad Gita, De Stem van de Stilte en Licht van Azië.
Hier gaan we dan, uit hoofdstuk tien van de Bhagavad Gita, over de essentie van het Goddelijke (of God, of Krishna):
De man van het geluk (Krishna) zei: ‘Luister nogmaals, o man van beheersing (Arjuna), naar de bovenzinnelijke instructie die ik je geef in jouw voordeel omdat je mij zeer dierbaar bent. (2) Mijn oorsprong is zelfs niet bekend bij de grootste wijzen of goden der verlichting; in ieder opzicht ben ik de bron van de grote wijzen en de godsbewusten. (3) Hij die me kent als de ongeborene voor wie er geen aanwijsbaar begin bestaat, en als de grote heerser over de wereld, ziet de dingen zoals ze zijn; zo iemand, die niet begoocheld is temidden van de sterfelijken, raakt bevrijd van al de terugslagen van zijn overtredingen. (4-5) De verschillende aspecten waar ik zorg voor draag met het levende wezen zijn de intelligentie, de kennis, de integriteit, de vergevingsgezindheid, de waarachtigheid, de beheersing van de zinnen en de geest; het geluk, de treurnis, de geboorte, de dood, de angst en ook de onbevreesdheid, alsmede de geweldloosheid, de evenwichtigheid, de tevredenheid, de ascese, de liefdadigheid, de roem en de schande. (6) Ieder menselijk wezen dat ter wereld komt heeft zijn oorsprong in de zeven klassieke, grote wijzen en de vier oervaders die eveneens uit mijn geest zijn voortgekomen. (7) Zij die inzien dat de volheid en bewustzijnsvereniging van dit alles van mij afkomstig zijn, zullen onverdeeld van dienst zijn in hun yoga, dat lijdt geen twijfel. (8) Ik ben de bron van waaruit al het bestaande ontstond, uit mij is alles voortgekomen; en derhalve zullen de intelligenten die hiervan op de hoogte zijn, verbonden door hun liefde, mij toegewijd zijn. (9) Met hun geesten op mij ingesteld en hun levens aan mij gewijd, inspireren ze elkaar door het steeds over mij te hebben, en vinden ze hun bevrediging en tevredenheid.
Dit is waarschijnlijk het meest beroemde citaat uit de hele tekst, omdat het duidelijk maakt dat God of het Goddelijke voorbij kennis is, voorbij beschrijvingen.
Uit de Stem van de Stilte van H.P. Blavatsky (mijn vertaling):
Voor je de eerste poort kan passeren moet u leren uw lichaam van uw geest te scheiden, de schaduw te verdrijven en in het eeuwige te leven. Daarom moet u leven en ademen in alles, zoals alles dat u ziet in u ademt; u voelen alsof u in alles verblijft, alles in ZELF.
U zal niet toestaan dat de zintuigen uw denken als speelterrein gebruiken.
U zal uw wezen niet afscheiden van Zijn, en de rest, maar de oceaan in de druppel laten verenigen, de druppel in de oceaan.
Zo zal u in volledige harmonie zijn met alles wat leeft; heb alle mensen lief alsof zij uw mede-leerlingen zijn, leerlingen van EEN leraar, de kinderen van een zoete moeder.
Het woord ‘ZELF’ (let op de hoofdletters) staan hier voor het Goddelijke, de eenheid van Atma en Brahman in de Vedanta. Het thema is dat een gevoel van afgescheidenheid de uiteindelijke vijand is van spirituele ontwikkeling en de uiteindelijke verlossing. En deze eenheid met ALLES omvat ook Liefde voor alles wat leeft.
Het Licht van Azië, door Edwin Arnold, was in de 19de eeuw een populaire poëtische vertelling van het leven van Boeddha. Het hielp het Boeddhisme bij het grote publiek bekend te maken. Jammer genoeg is de stijl langdradig – ik heb er weinig geduld mee. Maar het eindigt met een gedicht dat veel compacter in stijl is. Daaruit dit fragment:
De boeken zeggen het juist, broeders, het leven van een mens is de uitkomst van zijn vorige levens; De voorbije wandaden brengen verdrieten en tegenslag. De voorbije juiste daden brengen geluk.
Dat wat gij zaait zal gij oogsten. Zie die velden daar! Het Sesamum was Sesamum, het koren was koren. De stilte en de duisternis wisten! Zo wordt het lot van mensen geboren.
Sesamum, koren, zo veel gestrooid in vorige levens. En zoveel onkruid en giftig spul, dat hem pijn doet en de aarde ook.
Als hij juist arbeidt, deze ontwortelt, en gezonde zaailingen zaait waar ze groeiden, trouw en eerlijk en schoon zal de grond zijn. En rijk de oogst die hem toebehoort.
Hij komt, de oogster van de dingen die hij zaait.
Dit alles slaat natuurlijk op de wet van karma.
Op acht mei waren mijn gedachten bij mijn jarige opa! Ik liet bloemen bezorgen vanuit Rusland 😉 en daar was hij heel blij mee. Maar het geeft niet dat ik niets van de andere speciale betekenis van deze dag wist, want aan Helena Petrovna Blavatsky denk ik veel vaker dan alleen op de 8e van de 5e… ga zo door met je blog! Liefs Martine
Bloemen vanuit Rusland 🙂