Vorige week eindigde ik met de conclusie dat de oorzaken in dit universum het beste als meervoudig kunnen worden beschreven. Ik kan het daar echter niet bij laten, want de traditionele spirituele benadering – in Oost EN West – is dat er een onderliggende eenheid achter de verscheidenheid ligt. Christenen en Moslims noemen dit God, in de Vedanta wordt het Mulaprakriti genoemd. Dus ben ik gaan lopen om mijn gedachten te verhelderen en een nieuwe benadering te zoeken om het hier over te hebben. Ik ben bang dat zelfs de schoonheid van de wind door de bladeren van de bomen mij niet geholpen heeft. Dus ik vraag om uw geduld terwijl ik herhaal wat voor veel van u waarschijnlijk al overduidelijk is:
Teed Rockwell had het over oorzaken, en constateerde dat er vele, in feite oneindig veel van zijn en men niet, in deze post-Newtoniaanse tijd, een heldere lijn kan trekken tussen oorzaken die er toe doen, en oorzaken die onbelangrijk zijn. Hij heeft de Newtoniaanse meetkunde verkeerd begrepen: ook daarin kan de lijn tussen belangrijke oorzaken en onbelangrijke oorzaken niet goed getrokken worden. Er is te veel rekenkracht nodig om de bewegingen van elk object in het universum te verklaren – een simulatie zou even omvattend moeten zijn als het universum zelf – zo heeft mijn vader mij uitgelegd. Zo’n grote simulatie zou, natuurlijk, weinig praktisch zijn.
Dit is belangrijk: zelfs in de Newtoniaanse fysica kan het geheel niet gereduceerd worden tot de delen.
De meest recente manier om over conditionering te praten in de psychologie komt terug bij wat spirituele mensen al een hele tijd weten: conditionering bepaalt hoe we de wereld zien. Hoe we onze wereld organiseren wordt bepaald door waar we geboren zijn. Je zou denken dat het weinig uit maakt of je een foto laat zien aan iemand in het Oosten of in het Westen, maar het resultaat is psychologisch erg verschillend. Mensen in het westen kijken naar een object in een foto, terwijl men in het oosten naar de achtergrond kijkt. Of, om een oud beeld een andere invulling te geven: in plaats van te zien dat een glas half vol is, of half leeg, zie je de tafel waar het op staat? [Verwand hiermee is de moderne manier waarop gewone mensen met gewone plichten genegeerd worden. De dame die schoon maakt, de man bij de balie, de vrijwilliger in het verpleeghuis. Maar ze houden onze wereld draaiend.]
Dus wat is de achtergrond bij dit hele debat over het universum? Blavatsky zou zeggen: Ruimte. Hier volgen wat citaten uit haar Geheime Leer, deel 1 (Fricke vertaling gemoderniseerd)
CHAOS – THEOS – KOSMOS
Deze drie zijn de inhoud van de ruimte of volgens de definitie van een geleerd kabalist: “Ruimte, het alles bevattende onbevatte, is de oorspronkelijke belichaming van de enkelvoudige Eenheid … grenzeloze uitgebreidheid.” Maar, dan stelt hij de vraag: “grenzeloze uitgebreidheid van wat?” en geeft het juiste antwoord: “de onbekende bevatter van alles, de Onbekende EERSTE OORZAAK. Dit is een zeer juiste definitie en antwoord, uit alle gezichtspunten van occulte lering zeer esoterisch en waar. (p. 342; p. 265 NL)
De ouden noemden de “Chaos” zinnen-loos omdat (aangezien Chaos en ruimte synoniemen zijn) het alle Elementen in hun rudimentaire, ongedifferentiëerde Toestand vertegenwoordigde en in zich bevatte. (p. 342, p. 266 NL)
Volgens Plato en de Pythogareërs echter werd deze Chaos de “Ziel van de wereld”. Volgens de Hindoe leer doordringt de Godheid in de vorm van Aether (Akasha) alle dingen en daarom werd zij door de theürgen het “levend vuur”, de “Geest van het Licht” en soms Magnes genoemd. Volgens Plato bouwde de hoogste Godheid zelf het Heelal in de meetkundige vorm van het regelmatige twaalfvlak en werd haar “eerstgeborene” geboren uit Chaos en het Oorspronkelijke Licht (de Centrale Zon). Deze “eerstgeborene” was echter slechts de samenvatting van de Schare der “Bouwers”, de eerste bouwende Krachten, die in oude Kosmogoniën de Ouden genoemd worden (geboren uit de Diepte of de Chaos) en het “eerste punt”.(p. 342-343; 266-267 NL)
Chaos-Theos-Kosmos, de drievoudige Godheid, is alles in alles. Daarom wordt gezegd, dat zij mannelijk en vrouwelijk is, goed en kwaad, positief en negatief: de hele reeks van tegengestelde eigenschappen. Wanneer het (in pralaya) sluimert is het onkenbaar en wordt het de de onkenbare Godheid. Het kan slechts in zijn actieve functies gekend worden; als stof-Kracht en levende Geest derhalve, op het zichtbare gebied de wisselwerkingen en het gevolg van of de uitdrukking van de laatste en altijd onkenbaar blijvende Eenheid. (p. 347; p. 269, 270 NL)
Ik wil benadrukken dat ze hier de Uiteindelijke Eenheid zowel fysiek (stof-kracht) als geestelijk (levende Geest) beschrijft. De uiteindelijke grond van alle Zijn is dus ZOWEL de oorsprong van geest, betekenis, kennis en wijsheid ALS de oorsprong van het fysieke, het materiële, de vorm. Blavatsky’s uiteindelijke eenheid hoeft niet te kiezen tussen geest (Goswami) en stof (wetenschap) – haar oplossing is een onderliggende eenheid die de grond is van beide.
In haar metafysica worden die twee later wel gescheiden. Geest is daarbij wel belangrijker dan stof: het plan komt altijd voor de uitvoering, zoals een architect een plattegrond nodig heeft voor hij iets kan bouwen. In deze zin zit ze dichter bij Amit Goswami dan de meeste wetenschappers. Maar toch: uiteindelijk is alles EEN. Dit is logisch, vind ik. Hoewel geest niet gereduceerd kan worden tot stof, en stof niet tot geest – toch is alle diversiteit in dit universum: bomen, vogels, gras, wind, verhalen, wiskunde, auto’s en benzine allemaal deel van EEN wereld.
misschien erg toepasselijk, afkomstig uit het eerste hoofdstuk van de tao teh king…
Hemel en Aarde zijn naamloos geboren;
noemen is enkel de moeder der dingen.
Wie geen verlangens koestert, aanschouwt hun mysterie;
wie wel verlangens koestert, aanschouwt hun gedaante.
groetjes rafie.
Orde leidt tot regelmaat
Chaos leidt tot leven
zonder chaos geen orde
zonder orde geen chaos
Het idee van het ene en het vele heeft al heel lang het denken in Oost en West gefascineerd, juist omdat het daarmee gaat over samenhang en zin en betekenis, over de samenhang van jezelf en je naasten met het geheel van de natuur en de verdere werkelijkheid. Wij mensen kunnen niet anders dan bestaan in relatie tot, omdat ons hele wezen daarop is ingericht. In de moderne westerse cultuur is er evenwel bij velen nog steeds de illusie ‘autonoom subject’ te zijn, met natuur en wereld als een soort ‘ongeluk’ op afstand. Het lijkt inderdaad te maken te hebben met een onvermogen context te ervaren. Waarop vervolgens genezing kan komen van pogingen die mens weer in z’n wereld te denken. Volgens mij is de Theosofie zo’n poging. Er zijn er nog vele andere. Ken Wilber bijvoorbeeld. En Ulrich Libbrecht. Mag ik hier ook mijn eigen poging aan toevoegen – zie m’n website. Ik ben er al jaren mee bezig, en eerlijk gezegd ben ik op zoek naar enige feedback.
Groeten,
Benedict
Beste benedict,
Het valt niet mee om feedback te geven op het uitgebreide essay en al helemaal niet waar het dit onderwerp betreft. Ik kan alleen maar een poging wagen om op te schrijven zoals ik het zie. Wellicht valt er dan een vorm van feedback voor je in te zien. Eenheid in verscheidenheid, iets wat ik de totaliteit van het leven noem en waar de mens ook een uitdrukking van is, is iets wat de mensheid al sinds mensenheugenis bezighoudt. Hoewel we het gevoel kunnen hebben dat alles in beginsel één is( en niet uiteindelijk, maar ja is er wel een begin een eind?) en waar wij dus “onderdeel” van zijn, is die eenheid volgens mij niet te benoemen, niet te pakken, niet te realiseren, niet te doorgronden. Ons denken maakt overal subject van, zelfs van het idee van eenheid en totaliteit van het leven. In “mijn” denken is het voor het denken echter onmogelijk om dat daadwerkelijk te realiseren. Denken vindt plaats in de hersenen en hersenen zijn organen die informatie registreren die ze vanuit de zintuigen oppikken en deze informatie zich vervolgens toe eigenen. Het denken analyseert, scheidt, heeft voorkeuren, afkeuren, identificeert en ga zo maar door. Hersenen zijn organen die functioneren zoals ze functioneren, net zo als alle overige organen dat doen. In die zin kun je je afvragen of er überhaupt wel iemand is die denkt of dat er gewoon alleen maar denken is. Tenslotte doen wij ons hart, onze lever, nieren, longen, ogen ,oren, smaak ook niet functioneren.( Wij zijn als soort uit het proces van evolutie ontstaan en zullen daar waarschijnlijk ook weer gewoon in verdwijnen en hebben dit echt niet zelf voor elkaar gefabriekt , al zeggen wij wel graag , dat wij kinderen maken en vervolgens hebben, maar dat slaat natuurlijk nergens op) Hetzelfde geldt voor onze hersenen. Is er eigenlijk wel iemand die denkt? De meesten van ons zullen dat ongetwijfeld bevestigend beantwoorden omdat denken heel sterk identificeert. Met een naam, het lichaam, overtuigingen, bezit, doelen, zoeken naar spiritualiteit, zoeken naar eenheid,succes, falen, met het denken zelf en ga zo maar door. In mijn beleving vindt dat “gewoon” plaats. Maar verder weten we er niets van. Het denken staat daarom het ervaren van eenheid in de weg. Het splitst af inclusief de denkbeeldige personen die wij denken te zijn. Ik en de wereld. Dat gebeurt gewoon. Die staat van afsplitsend zijn, kan eenheid niet ervaren. Wel kan het er een subject van maken maar dat is natuurlijk niet eenheid zelf. Het denken wil zo graag beschrijven, iets bereiken, verklaren, weten, realiseren, voldoening vinden, erkend worden, beheersen, gezien worden, speciaal zijn, zich handhaven. Overleven. Het verlangt naar eenheid omdat het zich afsplitst. De eenheid van al het zijnde omvat dat denken ook. Wij zij het kleine in het grote. Het grote omvat het kleine en niet andersom al zou het denken dat wel graag willen. Een lichaamscel is niet het hele lichaam maar gaat wel gewoon z’n eigen gang . Wij mensen doen dat ook. De eenheid zal het een zorg zijn. Het omvat alles maar doet verder niets. Het kan niet eens iets doen. Het is. Waardoor alle verscheidenheid mogelijk is.
Benedict, dit is wat uit de typende vingers verschijnt. Het kan niet tippen aan je essay maar misschien heb je er iets aan.
Beste Benedict, iedere vorm van materie (include ons menselijk lichaam) heeft bepaalde kwaliteiten die een bepaalde functie in de wereld vervullen. De eenheid komt tot stand door diepe meditatie over de vorm, dat is het pad van yoga wat uiteindelijk tot gevolg heeft dat degene die beschouwd en datgene wat beschouwd wordt, samensmelten tot een geheel.
Kennis en verstand zijn oa. een kwaliteit van het element vuur, die eveneens verlichting brengt, samensmelt met datgene wat het in stand houdt. Het ontbreken van eenheid zou dus op een tekort, of een teveel, van het element vuur kunnen wijzen, en dan met name het vuur wat aanwezig is in de denkende mens.
Dank voor het commentaar! Ik krijg er evenwel de indruk van dat ik nog meer moet benadrukken dat het simpelweg gaat over patroonherkenning betreffende processen in natuur, menselijke psyche en cultuur. Het is te vergelijken met bijvoorbeeld het Periodiek Systeem der Elementen, dat als een ‘alfabet’ van 118 ‘letters’ de basis vormt van de moleculaire werkelijkheid. Het AOS is dan een ‘alfabet’ van maar drie ‘letters’, maar zij blijkt tot dusver voldoende rijk om daarmee heel onze ervaringswereld te beschrijven. Zij is daarmee ook een in belangrijke mate weerlegbare idee, en misschien is dit ook iets dat ik meer moet benadrukken. Verder betreft het een idee die in de geest van Blavatsky kritisch is jegens materialisme en reductionistisch materialisme, subject-centrisme, neodarwinisme, anti-essentialisme, enzovoort. Maar die wel tracht nauw contact te houden met wat wetenschappelijk verantwoord is te denken.
Ik zou zeggen, de achtergrond van het hele universum is Geest. Het Pralaya is de toestand van de Geest die als het ware ‘inademt, de schepping is de toestand waarin de Geest ‘uitademt’ .
‘
Als we kijken naar schepping, ieder mens dat wordt geboren is schepping, dan is het interessant om ons er van bewust te zijn dat de eerste toestand welke ontstaat na het samensmelten van de menselijke spermatoïde en de zaadcel absolute chaos is.
Wanneer ik de triade CHAOS-THEOS-KOSMOS bekijk plus de omschrijving erbij, dan kost het mij niet veel moeite om daar via Heraclitus, Plato en Aristoteles bij te denken: LOGOS/AOS-CREATIVITEIT-UNIVERSUM. En beide pogingen tot metafysische duiding lijken aan te sluiten bij ontwikkelingen in de wetenschap die maken dat diverse wetenschappers spreken over het universum in termen van ‘spel’ en ‘kunst’. Het betreft een visie die zich ontwikkelt temidden van allerlei vormen van materialisme en relativisme en fundamentalistisch creationisme. Maar die als een aristotelische ‘deugd in het midden’ het meest lijkt door te dringen in de eigen aard van de werkelijkheid. Ik weet niet precies waarom ik in mijn essay niet zo heel veel theosofie heb opgenomen. Misschien ben ik altijd wel geschrokken van die gruwelijk dikke boeken. Misschien ook heb ik huiver bij al te ver dragende metafysische speculatie. En toch ben ik wel nieuwsgierig naar wat theosofen denken van mijn essay. Mag ik vragen om nog wat commentaar? http://www.aosbenm.nl
PS. Grote indruk heeft op mij gemaakt het boek Het Heelheidprincipe van theosofe Anna Lemkow. Ik heb daar ooit nog eens een artikel over geschreven:
http://sites.google.com/site/hetnieuwedenken/heelheid-broere