Verweven hiërarchieën en de creatieve evolutie van bewustzijn

Laat ik voor een keer beginnen met de titel van de Engelse versie van dit stuk: ‘Tangled hierarchies and the creative evolution of consciousness’… Soms kun je beter met de oorspronkelijke (Engelstalige) terminologie beginnen, voor je vertaalt. Ik heb ’tangled hierarchies’ vertaald met ‘verweven hiërarchieën’ en ‘consciousness’ met ‘bewustzijn’. ‘Awareness’ zal ik vertalen met ‘gewaarzijn’.

De kern van Amit Goswami’s punt in ‘Creative Evolution’ (Creatieve Evolutie) is dat bewustzijn een actieve kracht in de schepping is. Centraal in zijn redenering is het idee van verweven hiërarchieën. Om ook maar half te begrijpen wat hij hierover zegt moest ik hem herlezen, dus citeer ik hem maar gewoon (p. 121)

Zie de causale cirkel van de rol van de waarnemer in kwantum meten. De waarnemer, het subject, kiest de gemanifesteerde toestand van de ingevouwen (collapsed) object(en). Maar zonder gemanifesteerde ingevouwen objecten, inclusief de waarnemer, onstaat ook de ervaring van het subject niet. Deze kringvormige logica van afhankelijk tegelijkertijd ontstaan (dependent co-arising) van subject en object wordt verweven hiërarchie genoemd.

Godel Escher Bach
Godel Escher Bach
Douglas R. Hofstadter
Goswami vond dit idee in een boek dat nogal indruk maakte in de jaren 80: Goedel, Escher, Back: een eeuwige Gouden band (vlecht), van D.R. Hofstadter. Ik heb dit boek toentertijd meerdere keren gelezen – of wat ik ervan begreep. Het bevat nogal veel moeilijke wiskunde. Ik ga die verweven hiërarchieën aldaar opzoeken om te kijken of dat helpt.

Ondertussen vind ik de manier waarop Goswami het ontstaan van bewustzijn uit ligt een kring redenering die me logischer voorkomt dan wat de wetenschap te bieden heeft op dit vlak.

De wetenschap zegt bewustzijn ontstond als bij effect van evolutie. Op de zelfde manier wordt de toenemende complexiteit van de natuur (H. 11) – die in tegenspraak is tot de wet van de entropie – door de meeste biologen verklaard als niet meer dan een bij effect van evolutie. De wetenschap zegt dat de energie voor die toenemende complexiteit van de zon komt. Amit Goswami vindt dat de energie van de zon misschien genoeg is om leven in stand te houden, maar niet om de toenemende complexiteit te verklaren. Daar is meer energie voor nodig. Althans, tenzij je de onbewuste verwerking (unconscious processing) mee neemt die aan de creatieve kwantum sprong vooraf gaat. Die kwantum sprong is de sprong naar iets totaal nieuws. Omdat wat daaraan voorafgaat onbewust is, kost het geen energie. Waarom is er geen energie nodig? Omdat zolang er niets bewust is, de kwantum golven niet ingevouwen zijn en alle mogelijkheden nog bestaan.

Zoals voorspeld had kunnen worden ben ik het met Goswami eens. Ik denk dat het verklaren van bewustzijn als bij effect van evolutie, het resultaat van een kans experiment, klinkt als een spirituele perpetuum mobile. Ik heb geen probleem met de zon als de moeder van alle leven, Blavatsky zag haar zelfs als de moeder van ook al ons spirituele leven. Maar haar fysieke energie als de enige nodige voorwaarde voor bewustzijn? Die redenering kan ik niet volgen.

Tot nu toe zijn de informatica en kunstmatige intelligentie heel goed in het creëren van allerlei interessante computer programma’s en robots die ons leven makkelijker maken. De grote vraag blijft: kunnen ze ook BEWUST zijn? Goswami citeert wiskundigen die hebben uitgerekend dat computers geen betekenis kunnen verwerken – dat kost simpelweg te veel rekenkracht. De volgende vraag is natuurlijk: hoe komt het dat wij WEL betekenis kennen?

Goswami gaat terug naar die eerste cel: die ontstond uit een blauwdruk die in bewustzijn aanwezig is (een soort archetype of Platoons Idee) dat geactiveerd wordt zodra de benodigde ingrediënten en omstandigheden aanwezig zijn. Bewustzijn verkiest dan het ineenvouwen van die mogelijkheden zodat de benodigde DNA, RNA, celwanden en ondersteunende eiwitten ontstaan. Het is een magisch soort oorzaak-gevolg spel dat hier gespeeld wordt: de kansen vergroot door de aanwezigheid van bewustzijn. In essentie ontstaat die eerste cel doordat het zichzelf waar neemt, waardoor het de blauwdruk ontvouwt die al in het universele bewustzijn aanwezig is.

Vanuit wiskunde perspectief gaat het hier om de vraag: hoe om te gaan met statistiek. Gebeurtenissen met een lage waarschijnlijkheid zijn heel gewoon. Dat wil zeggen: gooi de dobbelstenen vaak genoeg en er komen vanzelf ‘regelmatigheden’ langs. Een aardige manier om dit te illustreren: In bridge (een kaartspel met vier spelers – iets complexer dan klaverjassen) gingen ze op een gegeven moment werken met kaartspelen die geschud werden door een computer. Het gevolg was dat voorheen zeldzame handen veel vaker voor kwamen.  Hand geschudde kaarten zijn veel regelmatiger georganiseerd dan wanneer het werkelijk willekeurig gebeurt. Als wij denken aan een goed geschud kaartspel, dan verwachten we niet te veel kaarten van de zelfde kleur achter elkaar. Maar vanuit de computer gezien, vanuit de statistiek, heeft elke mogelijke volgorde van de kaarten de zelfde waarschijnlijkheid.

Om te zeggen dat evolutie en kans alles kan verklaren is op zijn best nogal koud. Maar het lijkt ook op zeggen dat iemand met een kwast in staat is (gegeven genoeg tijd) om een Picasso te creëren, dus is er geen achterliggende intelligentie nodig om er een te maken. Evolutie is een selectie mechanisme, niet een actieve creatieve kracht. Maar Picasso had wel de verven, de concepten en de cultuur van zijn tijd nodig om de culturele vormen te kunnen overstijgen en iets nieuws te kunnen scheppen. Op de zelfde manier verklaart Kwantum spiritualiteit de schepping niet als een soort magiër die uit niets schept. In plaats daarvan is het meer als een soort kunstenaar die werkt met het beschikbare materiaal om iets nieuws te creëren.

Deze creativiteit wordt gebruikt om belangrijke sprongen te verklaren zoals de evolutie van de cel, meercellige organismen zoals wij zelf uit eencellige organismen zoals gist, land dieren uit zee dieren etc.

Wetenschappers zouden zeggen dat alles behalve die eerste cel (die ze niet echt kunnen verklaren) kan worden gereduceerd tot omgevingsstress. Er is niet al te veel verbeelding nodig om je voor te kunnen stellen dat in een stressvolle omgeving veel cellulaire processen bedreigd worden. Maar een organisme heeft niet veel bezuinigingsmogelijkheden. Voedsel moet verwerkt worden. De celwand moet in stand gehouden worden. Een organisme dat daar op bezuinigt sterft eenvoudig uit. Dus is er alleen ruimte in de reproductie van de genen. Het is dus niet vreemd om te concluderen dat er een hogere mutatiesnelheid is als een organisme het moeilijk heeft. Daar heb je geen onbewuste processen voor nodig. Je komt uit met omgevingsfactoren die leiden tot verhoogde mutatiesnelheid, waaruit veel dood voort komt (maar dat was toch al waarschijnlijk) en een paar organismen die evolueren tot een vorm die in de nieuwe omstandigheden kunnen voortbestaan. En dan groeit de populatie snel.

Ik denk dat ik genoeg voorbeelden gegeven heb om aan te tonen dat sommige van Goswami’s argumenten overtuigend zijn, of althans overtuigender dan die van de wetenschap. Aan de andere kant valt hij de gewone evolutietheorie aan op meer punten dan nodig. Dit verzwakt zijn centrale stelling niet, naar mijn idee: quantum mechanica in combinatie met de evolutie theorie is een levensvatbare interpretatie van de gegevens die ruimte houdt voor bewustzijn en gewaarzijn als primaire krachten in het universum. De conclusie: Evolutie heeft een doel, het ontstaan van steeds hogere vormen van bewustzijn en wijsheid.

5 gedachten over “Verweven hiërarchieën en de creatieve evolutie van bewustzijn”

  1. Misschien zijn er wel allerlei wezens om ons heen die wij niet kunnen waarnemen maar die wel de causale cirkel van de rol van waarnemer in stand houden en misschien kan bewustzijn zich wel verplaatsen van het ene object naar het andere volgens bepaalde wetten.

  2. Amit Goswami gaat er vanuit – en dat vind ik heel redelijk – dat alle bewustzijn uiteindelijk gegrond is in een oerbewustzijn. Het verschil tussen jou bewustzijn en het mijne is uiteindelijk (volgens de esoterische traditie) schijn. Voor de causale cirkel heb je minimaal een waarnemer nodig: dat is die eerste cel. Alle waarnemers daarna zijn vanuit de quantum fysica niet van belang: het gaat om het waarnemen an sich, niet om wie waar neemt.

  3. jaja, heel interessant! maar echt functioneel wordt bewustzijn volgens mij pas als het in staat is te reizen door de verschillende dimensies en daarin zichzelf ook te kennen. Heb je het boek “het geschenk van de adelaar” van carlos castaneda wel eens gelezen? het heeft een hoop bij me los gemaakt wat betreft mijn denkbeelden over bewustzijn. Uiteindelijk lijkt een ieder van ons vroeg of laat op te gaan in de grootheid van de kosmos, er zijn ook wezens die leven van bewustzijn, en de kosmos zelf ook. Als je als mens onbegrensd bewustzijn had dan zou je niet meer zijn dan een vage vlek of een verfspat, juist het excentrieke aan ieder mens is tekenend voor zijn of haar bewustzijn, het is een van mijn doelen in dit leven om dat gedeelte van mezelf uit te werken in de wereld, het is typisch voor een rastafari om zijn ego uit te werken. Wat dan ook nog weer zich aandient is de vraag of je sporen na mag laten tijdens je leven, op dat gedeelte van het bestaan concentreer ik de laatste tijd mijn spirituele ontwikkeling. Sporen achterlaten in het leven is niet zo spiritueel, het wordt meestal als slecht en egoistisch aangeduid. Daarom is het een hele kunst in het leven om te verdwijnen maar toch aanwezig te blijven (om te functioneren).

  4. Hallo Katinka,
    Het is voor mij bijzonder interessant dat je het boek Creatieve Evolutie van Amit Goswami bespreekt en een link legt naar het boek Gödel, Escher, Bach van Douglas Hofstadter. Beide boeken hebben ook mijn belangstelling. In het bijzonder het laatste boek Ik ben een vreemde lus van Douglas Hofstadter.

    Op mijn website behandel ik het thema in hoofdstuk 1.3.3 en verwijs ik naar je ‘Verweven hiërarchieën en de creatieve evolutie van bewustzijn’.

    Rapport ‘E i V’ hoofdstuk 1.3.3 – Samenvatting
    Douglas Hofstadter belicht in zijn boek Gödel, Escher, Bach aan de hand van de onvolledigheidsstellingen van Gödel een nieuw gezichtspunt op de Principia Mathematica, het bouwwerk van Alfred North Whitehead en Bertrand Russell. Ook worden computersystemen en kunstmatige intelligentie op verschillende niveaus beschreven. In zijn nieuwe boek Ik ben een vreemde lus schrijft Douglas Hofstadter opnieuw over de zelfverwijzende structuur.

    Het iteratief/recursief proces legt de link naar de chaostheorie, lees systeemtheorie. De zelfgelijkvormigheid wordt door de spiegelsymmetrie tot uitdrukking gebracht. Het boek Een vorm van beschaving van Klaas van Egmond bevat de rode draad (Axis Mundi). Het wiskundige model van de chaostheorie maakt het mogelijk het wiskundige model, de driehoek van Pythagoras te ontcijferen (‘E i V’ hoofdstuk 7.2).

    Zowel Blavatsky, Jung als Teilhard de Charden laten los van elkaar zien dat er in het universum een zelfreinigend vermogen zit verscholen. Door een individueel leerproces is het mogelijk dat we ons met dit principe verbinden. Het probleem van het ego (twéé kanten van een medaille), de Unificatietheorie omvat al de Theorie van alles, de oplossingsrichting, die in De Geheime Leer van Blavatsky wordt uitgewerkt.

    De Theorie van alles heeft op de evolutie van onze zielen, die uiteindelijk in het omegapunt zullen convergeren, betrekking. De Triade draait om de synthese van de alfa-, béta- en gammawetenschepen.

    Stelling Is het wetenschappelijk bezien interessant dat door ‘trial and error’ bestuur het wiel steeds opnieuw wordt uitgevonden? Aan de hand van het geweten laten zich herhalende patronen in de geschiedenis wel degelijk falsificeren.

    Rapport ‘E i V’ hoofdstuk 7.1 – Samenvatting
    Het principe van emanationisme (dharma, tao, wederhelft) vindt ook in het Westen toepassing. Op het snijvlak tussen Cultuurwetenschappen en Sociologie wordt een derde discipline – eenheid der tegendelen – gecreëerd die ongetwijfeld op de verbijzondering van de twee oorspronkelijke vakgebieden zijn weerslag zal hebben.

    Culturele psychologie bevindt zich op het snijvlak tussen Cultuurwetenschappen en Psychologie.

    De relatie tussen psychologie en sociologie verdient meer aandacht. Op het snijvlak van beide disciplines gaat het niet primair om individu en collectief, maar eerder om de samenhang en wederkerigheid daartussen. Psychologie en sociologie kunnen wel onderscheiden, maar niet gescheiden worden. Door beide disciplines als complementair te beschouwen ontstaat een completer zicht op de complexe werkelijkheid.

    Om een cultuuromslag te realiseren gaat het uiteindelijk om een integrale denktrant (de samenhang tussen de domeinen van de alfa-, béta- en gammawetenschappers) die het parochiale denken, de symboolpolitiek van het ’eigen koninkrijkje’ overstijgt.

    Wellicht vind je het interessant om over dit thema van gedachten te wisselen?
    Met vriendelijke groet,
    Harry Nijhof

Reacties zijn gesloten.