Ik kreeg gisteren een Jnana Yoga vraag van Roy:
Hoe kan gelukzaligheid deel zijn van de essentie van Brahman? Het ego zoekt gelukzaligheid, met andere woorden zich goed te voelen (op zijn minst een gevoel van welbehagen), zelfs ten koste van waarheid. Is het concept van gelukzaligheid als aspect van Brahman uiteindelijk goed voor het ego? Verder, als gelukzaligheid bij de essentie van Brahman hoort, is het dan niet inconsequent dat iemand die Een is met Brahman compassie heeft voor mensen die dat niet hebben? Waar komt het verlangen vandaan om hen te helpen? Als de essentie van Brahman waarheid is, dan is het ego niet voldaan en is compassie een natuurlijke uiting van de onderliggende verenigende kant van Waarheid.
Deze vraag is alleen logisch als je de onderliggende eenheid niet begrijpt. Er is niet een tegenstelling tussen waarheid en gelukzaligheid – beide zijn aspecten van Brahman. De buurvrouw die je niet mag is evenveel een deel van Brahman als jij, of ze het nu weten of niet. Het Goddelijke kan het ‘niets schelen’ of iemand die Eenheid realiseert of niet – het Goddelijke is er gewoon. Of een vis nu door heeft dat het in water zwemt of niet, dat is toch de situatie waarin het verkeert.
Dus ja: gelukzaligheid is een aspect van de Uiteindelijke bron van alles, en de Realisatie daarvan omvat het ervaren van die gelukzaligheid. Maar hoe kan een mens GEEN compassie voelen voor hen die dat niet ervaren hebben?
Nee, dit gaat niet over het ego. Het gaat niet over het kleine zelf, die voldoening zoekt. Het gaat over de realisatie dat voldoening niet komt door vervulde verlangens, maar ontstaat in geven en Zijn.
Misschien is je verwarring terug te leiden tot de woorden die gebruikt worden. In het normale taalgebruik is ego verbonden aan trots. ‘Hij heeft een groot ego’ zeggen we van iemand die zichzelf hoog acht en makkelijk te kwetsen is door hen die daar anders over denken.
In sommige spirituele tradities in het Westen wordt het woord Hoger Zelf (Atman in Jnana Yoga) ook wel Ego genoemd (hoofdletter). Maar het Hoger Zelf is helemaal geen zelf in de gewone zin van dat woord. Boeddhisten vermijden niet voor niets het woord Zelf. Het Hoger Zelf is een met Brahman – het is eeuwig, onpersoonlijk, wijs, vol mededogen – en ja, gelukzalig. Brahman realiseren is je realiseren dat we allemaal verbonden zijn. Dat er een Universeel Iets is dat Mij is, in de meest ultieme zin, en toch tegelijkertijd Ieder Ander.
Zo lang het persoonlijke in jou trots voelt naar aanleiding van inzicht, is het nog niet echt Verlicht. Trots is de ultieme spirituele valkuil, omdat wie zich beter voelt dan anderen, zich afgescheiden voelt.
Nog weer anders geformuleerd: Hoe kan een ego dat zich verheugt in het verdriet van anderen het zelfde zijn als de Uiteindelijke Bron van alle bewustzijn? En toch heeft dat ego zijn wortels in die uiteindelijke bron. Kijken naar het Ultieme vanuit het kleine zelf is moeilijk. Vanuit egoïsme is Liefde moeilijk te begrijpen. Maar vanuit compassie gezien is egoïsme een ander woord voor verdriet. En compassie voelen voor verdriet is niet heel moeilijk, toch?